Cliffhanger
Knardijk, zaterdagavond 23 mei 2015
three are too hard to grasp
A warrior grieving over one lost battle
after having won ten
A woman feeling bad in front of the mirror
while receiving loads of affirmation from her lover
And a stargazer being upset over missing one object
right after finding a dozen
Na een gezellig familiefeest ter ere van mijn tante in het oosten des lands rij ik met mijn gezin westwaarts over de A12 naar huis. Na dagen van nogal twijfelachtig weer is de komende nacht eigenlijk de laatste kans om te gaan waarnemen voordat de maan weer een dominante positie inneemt. Daarom is er inmiddels een druk verkeer van posts over en weer op gang gekomen over al dan niet gaan. De hemel is gevuld met sluierbewolking maar in het noordwesten lijkt het hemelvenster zich te verhelderen.
Eenmaal thuisgekomen besluit ik dan ook dat ik het erop wil wagen. Daarin vind ik een medestandster in Oetie, die het ook wel ziet zitten. Hoewel we beiden het liefst naar Dijkgatsbos of Breezanddijk willen nemen we de moeilijke beslissing om voor de Knardijk te kiezen, waar de kans op een heldere hemel het grootst lijkt. Zo grijpen we op de valreep onze kans, al is het nu wel heel verantwoord in het weekend.
Na twee dagen in hoogste staat van paraatheid te hebben rondgereden om donderdag zo mogelijk direct vanaf een barbecue van een collega door te rijden naar de Afsluitdijk, begin ik opnieuw aan de mobilisatie nadat ik eerder die dag de boel heb moeten uitladen vanwege de rit naar Veluwistan met het gezin. Met verbazing ziet mijn liefhebbende echtgenote dit aan, terwijl zij zich hardop afvraagt waarom ik na zo’n dag nog puf heb voor een nacht sterren kijken. Een hele goede vraag. Wat drijft mij eigenlijk? Waarom doe ik dit? Het is toch een bijzondere liefhebberij, deze hobby.
Zo vind ik mijzelf wederom op het asfalt op weg naar een nieuwe ontdekkingstocht aan het firmanent, terwijl op de achtergrond het laatste album van U2 speelt dat mijn vrouw op de terugweg van het feest had opgezet. U2… niet the heartland van mijn muzikale voorkeur, wel mijn muzikale overlap met zowel mijn eega als mijn beste vriend die ik al ken sinds de basisschool. Terwijl ik bedenk hoe deze twee mensen mij op cruciale momenten hebben geholpen de juiste afslag te nemen in het leven neem ik deze keer een afslag te vroeg. Dat krijg je als je het display van de navigatie te ver uitzoomt. Hmmm, dat is niet de eerste keer dat ik de mist in ga op weg naar een star party. Niet zo dromen onderweg, Rem. Handig gebruik makend van de aanwezige rotonde zit ik weldra alsnog op de A27 in de goede richting. Even voor half twaalf arriveer ik op de Knardijk, waar ik de auto alvast keer en mijn spullen uitlaad.
Lang ben ik daar niet alleen want enkele minuten later rijdt mijn sister in arms de dijk op en weldra staan we zij aan zij op volle oorlogssterkte met onze Dobs, aangevuld met Oetie’s fotosetup.
Zo zijn we al snel driftig aan het zwiepen met onze buizen. Als er een argeloze voorbijganger zou zijn die hier zijn hond uitlaat zou het gevaar niet denkbeeldig zijn dat deze een telescoopuiteinde tegen zijn knar krijgt. Gelukkig komt er niemand voorbij maar hiermee is de naam van deze locatie wel etymologisch verklaard.
Terwijl Helios de westelijke horizon nog doopt in een flauw schijnsel en Selena haar heldere lichtgloed over de boomtoppen verspreidt, staat Aphrodite nog hoog aan de hemel. Helaas blijkt de sluierbewolking wat hardnekkiger dan we hadden gehoopt. De wolkenbanden leveren weliswaar een prachtige plaat op in de camera van de astrofotogravin maar helaas blijft een groot deel van het firmanent gehuld in nevelen. Wel is het sterrenbeeld Lier net zichtbaar tussen twee sluierbanden dus richt ik de Dob op het eerste doelwit van mijn lijst: de bolhoop M56 tussen Vega en Albireo. Een mooie fijne bolhoop met een hoop omgevingssterren. Ondanks de sluierbewolking is deze goed te zien en vrij ver op te lossen. Lap, die is binnen. Daarbij vallen me toch de massa’s ragfijne zwakke omgevingssterren op, die de telescoop ondanks de sluier aan de Melkweg weet te ontfutselen. Ook de oude bekende M57 moet eraan geloven. Zowel mijn erudiete gezelschap als ikzelf nemen Gandalf’s Smoke Ring in het vizier, beide met OIII-filter. In beide Dobs toont de Ring zich als een mooie ovaal.
Bij gebrek aan andere zichtbare objecten op dat moment mikken we onze spiegels op Saturnus, die in beide glasschijven fraai figureert. Het is voor het eerst dat ik de ringplaneet in mijn eigen kijker zie… met Cassinischeiding. Maar ook de planeetbol zelf toont mooie details. Dit is eigenlijk best wel een kippenvelmoment… We zijn er niet helemaal over uit wat we op die bol nu zien. Volgens Oetie is het de schaduw van de ring, ik houd het op een wolkenband.
Dan is wat mij betreft de tijd gekomen voor het echte werk. Bewolking of geen bewolking, ik ben hier niet voor des katten viool naartoe gereden. Ophiuchus. Om de een of andere reden heb ik dit sterrenbeeld vorig jaar volledig onbewust omzeild, inclusief de deepsky-objecten die zich daar bevinden. Het is wat mij betreft dan ook nog terra incognita. Nou ja terra… beter gezegd caelum incognitum of zoiets, ehm, een onbekend stuk hemel.
Ophiuchus. De naam heeft iets mysterieus, alleen al qua uitspraak. O-fi-uchus? Op-hi-uchus? Ik hou het maar op O-fi-uchus. Heel even heb ik een discussie met mijn buurvrouw over de uitspraak van sterrenbeelden. Sé-fé-us, Sé-fuis, Ké-fuis, Ké-foes, Per-sé-us, Per-suis…
Ophiuchus. Hoe dan ook klinkt de Griekse naam van de Slangendrager mij in de oren als een onomatopee voor iemand die hoest terwijl hij de hik heeft.
Na verkenning met het blote oog blijkt Ophiuchus een sterrenbeeld waar de ANWB actief is geweest want de starhops zijn verassend eenvoudig. Ik start bij M12. De zichtbaarheid valt bij deze omstandigheden erg mee en de bolhoop is tot op zekere hoogte op te lossen. Ook buurman M10 is eenvoudig te vinden en goed zichtbaar, en net als M12 tot op zekere hoogte opgelost. Hetzelfde geldt voor M14, eveneens een eenvoudig te vinden en op te lossen bolhoop. Maar… onderweg van M10 naar M14 kom ik in de PSA nog NGC 6366 tegen. En natuurlijk kan ik het niet laten om ook deze bolpluis voor de lens te slepen. Ook de fotonenjaagster doet een poging maar helaas zijn we beiden niet in staat om chocola te maken van deze bol. Raadplegen van Wikipedia leert mij dat de magnitude rond de 10 moet zijn. Wellicht dat de sluierbewolking hier toch roet in het eten heeft gegooid.
Niet getreurd, hierna is M14 snel gevonden. Wel neem ik me voor om deze ronde binnenkort nog eens over te doen bij betere omstandigheden want ik denk dat die NGC dan wel te zien is, en die Ms beter tot hun recht komen.
Wat ik nu voor het eerst doe is schetsen maken aan het oculair. Hele grove snelle krabbels weliswaar, met de helderste omgevingssterren en een grove indicatie waar de bolhoop zich bevindt, maar deze zullen fungeren als basis voor uitgewerkte definitieve schetsen. Wie had dat gedacht, dat ik me daar nog eens aan zou wagen.
Iets zuidelijker passeren M9 en M107 de revue. Deze bolhopen zijn niet meer op te lossen. Waarschijnlijk is de hemelachtergrond zo laag bij de horizon te licht. Wel zijn beide objecten duidelijk zichtbaar als kometaire pluis.
Vervolgens zak ik verder af richting M19. Vanaf Sabik zak ik af naar de omgekeerde vlieger ten zuiden van die ster, die nog net wel zichtbaar is in de zoeker, ξ-o-θ-b-Oph. Vandaar ga ik naar de heldere ster rechtsonder daarvan, 36 Oph. Vanaf dat punt is de hemel echt te licht om de zoeker te kunnen gebruiken en moet ik overgaan op starhopping via het oculair. Na veel vijven en zessen, en checken van asterismes bereik ik het punt waar M19 moet staan. Maar helaas, geen M19 te zien. De bewolking is hier te dik.
Inmiddels is het tegen tweeën en Selena is reeds onder de horizon verdwenen terwijl Aphrodite rood oplicht, laag boven de westelijke horizon. De sluierbewolking is helaas niet opgelost en Oetie besluit het voor gezien te houden. Nadat zij haar spullen in de auto heeft geladen en deze heeft gekeerd, nemen we afscheid en zet de firmanentartieste koers naar Purmerend. Ik besluit af te maken waar ik aan ben begonnen en in afwachting van opklaring aan het zuidfront maak ik een uitstap naar het hoge Noorden, waar zich een open plek in de sluier heeft gevormd.
Als eerste vergrijp ik mij aan het grand dessert van het Menu van de Maand: bolhoop NGC 5466 in Bootes. Als uitgangspunt navigeer ik naar M3, die schitterend opgelost in beeld staat. Echt een beauty. Hiervandaan zwiep ik naar de NGC, die wel duidelijk zichtbaar is maar zich – althans in mijn perceptie – niet laat oplossen. Wat ik wel zie is een duidelijke gloed, die me doet denken aan NGC 5053 die ik de vorige keer heb gezien vanaf de Afsluitdijk. Ook deze doe ik nog eens over onder een betere hemel.
Terug bij de hikhoester neem ik IC4665 in beeld. Hoewel deze naam een obscuur object doet vermoeden blijkt het te gaan om een verassend heldere, beeldvullende open cluster. Eigenlijk is het mij een raadsel waarom dit niet gewoon een vette Messier is. Een tip van SkyScanner ter harte nemend bekijk ik ook nog drie andere objecten in deze contreien. NGC 6633 is ook al zo’n mooie heldere open sterrenhoop die op de lijst van Charles niet had misstaan, en dat kan ik ook zeggen van IC 4756. Dit laatste cluster is iets minder helder dan de vorige twee, maar evengoed heel duidelijk. In tegenstelling tot de vorige vrij regelmatige sterrenhopen is IC 4756 nogal onregelmatig van vorm en heeft daarmee weer een heel eigen karakter.
Tenslotte voert deze uitstap me naar de planetaire nevel NGC 6572. In eerste instantie herken ik hem niet eens als zodanig, op lage vergroting zie ik dit object voor een gewone ster aan. Maar op hogere vergroting, 156x, doet deze planetaire nevel zijn naam werkelijk eer aan. Zeker met OIII-filter doet de nevel me denken aan Uranus of Neptunus: duidelijk niet stellair maar een miniscule blauwe schijf. Ook is het blinking-effect heel sterk: bij direct kijken verdwijnt de nevel bijna uit beeld; kijk je ernaast dan – plop – verschijnt de schijf weer.
Dan is de tijd aangebroken om het karwei af te maken. Inmiddels is ook aan de zuidelijke horizon de bewolking vrijwel opgelost en ik herhaal de eerdere starhop vanuit Sabik. Terug op de plaats die ik eerder al had geïdentificeerd als de locatie van M19, is mijn verbazing dan ook groot als de bolhoop gewoon helder en duidelijk in beeld staat. Onmiskenbaar, weliswaar niet op te lossen maar heel duidelijk als pluis te zien.
Ironisch genoeg gaat dit object nu fungeren als herkenningspunt in mijn starhop naar M62. Ik volg vanaf de pluis het pad van vier sterren naar beneden en stuit daar op een boomtop. Grmbl. Ik zet mijn Dob wat opzij om net naast die boomtop te kijken, maar helaas. De vogel is gevlogen, mijn kans is voorbij.
In een opwelling zet ik de rockerbox nog op een vloermat op het dak van mijn auto. Wanneer ik echter de buis in de rockerbox wil zetten bedenk ik dat ik nu wel erg boven mijn hoofd moet gaan tillen. Dit is dan ook het punt dat de rede het wint van de dwaasheid. Dit ga ik niet doen, ik wil geen brokken maken en schade aanrichten aan mijn telescoop of auto.
Uiteindelijk probeer ik de Dob nog zo ver mogelijk naar achter te plaatsen, waarbij ik moet uitkijken dat ik niet met waarneemstoel en al achterover van de dijk lazer, maar helaas moet ik hier mijn verlies nemen. Zelfs Antares verdwijnt al bijna achter de bomen, de dauw staat op het oculair van de zoeker en het begint al licht te worden. Dit gaat echt niet meer lukken.
Op dat moment voel ik me als Napoleon die vanaf de krijtrotsen van Calais naar Engeland kijkt. Maar het verschil is dat het mij wel gaat lukken. Nu dus niet, maar hopelijk over een paar weken vanaf de Afsluitdijk. Ik zal hem.
Teleurgesteld over dit ene object maar ook blij met al die andere mooie dingen die ik wel heb kunnen vinden, ruim ik de boel op. Inmiddels is het half vier en Helios doopt de oostelijke horizon al in een flauw schijnsel, terwijl Selena en Aphrodite zich reeds lang te rusten hebben gelegd. Nadat ik enige dauwbestrijding heb toegepast op mijn autoruiten rij ik de dijk af en koers terug naar de Sleutelstad, waar ik om half vijf arriveer. In het sterrenlicht van de Evenstar leg ik mij te rusten na deze Veldtocht naar het Zuiden.
Na een iets kortere nacht dan gebruikelijk appt mijn overbuurman mij of ik zin heb om de zon te gaan bekijken en als snel vind ik mijzelf op een heuse afterparty in de speeltuin voor de deur. De wereld is klein, vorig jaar kwam ik er achter dat er tegenover ons dus gewoon doodleuk een virtuoos astrofotograaf woont. En zo staat mijn Dob-met-zonnefilter naast de Lunt 35 die mijn astrofotogenieke buurman te leen heeft. In deze Hα-kijker zijn heftige protuberansen te zien, één hele lange aan de onderkant van de zonneschijf, en een bizar gevormd exemplaar bovenop in de vorm van een boom.
Passerende buurtbewoners werpen nieuwsgierige blikken door beide kijkers en zijn verbaasd over wat er allemaal te zien is op de zon. Zo krijgt dit avontuur nog een zonnige staart.
Maar die M62 blijft me dwarszitten. Grrrrrrr. Wordt vervolgd.