La Serena
Melkwegontdekkingsreis – Leiden, 19 juli 2015
Yo me haria un pexcador
Pexcaria las mis dolores
Con palavricas de amor
Dame tu mano palomba
Para suvir a tu nido
Maldicha que durmes sola
Vengo a durmir contigo
Nieuwe maanweekend juli 2015. Het weer werkt niet mee. En als het dat wel doet, zit het werkrooster van Esther tegen. Nachtdienst van donderdag tot en met maandag, dus geen Dijkgatsbos voor mij. En zij baalt net zo goed als ik, want wat voor mij een heldere hemel is, is voor haar een mooie zonnige dag die ze mist omdat ze overdag moet slapen. The realities of life.
Tot zover het geklaag, met een vette tongue in cheek, want als dit de ergste tegenslag is in een mensenleven dan prijs ik mij gelukkig…
Zondagavond blijk ik precies in een gunstig deel van de Randstad te zitten. Bizar hoe dat lokaal kan verschillen, van mensen niet ver hier vandaan hoor ik dat het bij hun bewolkt is. Vanaf deze plaats wens ik jullie alsnog snel clear skies… Aanvankelijk lijkt het ook in Leiden helemaal niks te worden maar vanaf een uur of elf trekt het open dus gaat de Dob naar buiten. Esther is inmiddels aan het werk op de IC en de jongens liggen in bed.
Het plan is om op de vlonder aan de oostkant te gaan zitten, een stuk donkerder dan de voortuin op het westen onder een stralende straatlantaarn. Maar Saturnus staat me verleidelijk toe te lachen dus eerst gaat de PRO (Platform-Rockerbox-OTA) op de twee banken van de picknicktafel om over de schutting te kijken. Niet verkeerd, een duidelijke Cassinischeiding en een bruine planeetbolceintuur. Ook zie ik deze keer duidelijk vijf manen die als in Cassiopeia-slagorde links en onder de planeet staan. Tenminste, dat denk ik, want Stellarium leert me achteraf dat één van deze manen gewoon een ster is en Japetus heb ik gemist. Als experiment zet ik het off axis-masker van het zonnefilter op de buis om eens te zien wat het effect is op de seeing-verschijnselen. Ik zie een donkere Saturnus die evenveel wappert als de lichte. Geen verbetering dus, mooi, dan weet ik dat ook weer. Na nog even van de wederom heldere ellipsbal te hebben genoten fitness ik de PRO naar de achtertuin.
Daar aangekomen blijkt dat er in het zuiden nog wat bewolking hangt. Mijn plan om de nevels in Sagittarius te bekijken laat ik dan ook vallen en ik kies voor de open clusters in Cygnus. Tenminste, dat dacht ik, maar in werkelijkheid raak ik verzeild in Vulpecula want ik begin bij Stock 1. Op kaart 64 van de PSA is deze op één ster na leeg dus ik bereid me al voor op flink doorvergroten. Dat valt mee want er verschijnt een rijk en helder cluster in mijn beeldveld. Hoewel ik niet van plan ben vanavond om te schetsen maak ik van dit cluster toch een krabbel. Leuk object, dat doet me goed na ruim een maand droog te hebben gestaan. Eindelijk heb ik weer het gevoel dat er bloed door mijn aderen stroomt in plaats van motorolie.

Vanaf Stock 1 sla ik rechtsaf naar NGC 6800, en in mijn blikcirkel verschijnt een klein maar fijn, enigszins langwerpig ruitvormig cluster. Heel anders weer dan die grote Stock, fijn en subtiel.
Inmiddels dringt er zich vanuit het zuidwesten wat bewolking op dus voor het geval dit einde oefening gaat worden sla ik snel mijn slag met het Object van de Maand M71. Weldra staat de open bolhoop als een vage pluis in beeld maar na doorvergroten ben ik verbaasd over de mate waarin de bol is opgelost. Ook valt me de onregelmatige vorm op. Het cluster doet me denken aan een soort tekstballon met de punt linksboven (west), of zo je wilt, een horizontaal gespiegelde kaart van Cyprus. Al heb ik M71 al eens eerder gezien, ik moet zeggen dat deze tweede ontmoeting toch weer een hele nieuwe ervaring is. In een spontane ingeving neem ik ook Harvard 20 mee, die ik wel voor het eerst zie. Raar woord eigenlijk. Ingeving. Ingeving een beer. Ze had een mes en een geweer. Enfin, Harvard 20 wordt soms omschreven als paardvormig, wat ik achteraf wel terug kan zien in mijn krabbel.
Verder gaat de reis, naar Collinder 399 alias Brocchi’s Cluster, waar ik NGC6802 in de kijker wil nemen. Vorige keer had ik die al geprobeerd maar ook nu zie ik niet waar hij zou moeten zitten. Vanaf de meest oostelijke ster van Cr399 kom ik een heldere dubbel tegen en daarna een iets minder heldere, met daaromheen sterren zat, maar of dat nou NGC6802 is blijft in nevelen gehuld. En dat zijn dan donkere nevelen, geen reflectie-, emissie- of planetaire nevelen. Geen nood, wellicht moest ik mij eens voorbereiden op de objecten die op mijn lijst staan.
Tijd om het hogerop te zoeken. Nog steeds in den vos Vulpecula gaat de reis naar NGC6823. Dit cluster blijkt te “hangen” aan een rij van zes vrij heldere sterren en is zelf enigszins langwerpig met in het midden een opvallende ruit van twee heldere sterren aan de lange zijde en twee zwakkere aan de korte. Hmm, ik ben weer helemaal in m’n element. Hopsaflopsa hieperdezwiep hoera, twee graden oostwaarts naar NGC6830. Wel heb je ooit, hier is een vaardig edelsmid aan het werk geweest. Welk een keurig geometrisch kunstwerk, met een kleine ruit binnen een grote. Fi donc, het lijkt wel op een glas-in-loodraam in een Gotische kathedraal. Zo ontdek je nog eens wat op een off the road trip.

Inmiddels begint de bewolking wel erg dreigend te worden tot in Cygnus toe dus ik besluit het roer radicaal om te gooien. Ik besluit een verrassingsaanval uit te voeren op een Messier-object dat tot nu toe voor mijn oculair gespaard is gebleven: de Little Dumbbell M76. Eerst doe ik een uitval vanuit Cassiopeia, maar omdat dit sterrenbeeld nog vrij laag achter een boom en lantarenpaal staat blijkt deze strategie niet te werken. Als snel verdwalen de troepen ergens in Perseus-Noord en zie ik mij genoodzaakt over te gaan tot tactisch terugtrekken, om vervolgens opnieuw tot de aanval over te gaan maar nu vanuit het beter zichtbare Andromeda. Sterker nog, ik besluit het Andromedastelsel te gebruiken als uitvalsbasis. Dat doe ik de laatste tijd wel meer: deepsky-objecten gebruiken als uitgangspunt voor andere deepsky-objecten. En het blijkt te werken want vanuit de buurspiraal weet ik op te rukken naar 51 Andromedae en binnen no time is ook het laatste bastion φ Persei gevallen. De weg naar M76 is vrij.
Weldra ontwaar ik een vage langwerpige veeg die volgens het omliggend asterisme echt M76 moet zijn. Mijn OIII-filter tovert vervolgens een duidelijke dubbele bal tevoorschijn. Hebbes, tijd voor weer een bezoek aan de tattooshop.
Met vreugde ende blijdschap constateer ik dat de bewolking inmiddels is opgelost. Daarom vervolg ik de vossenjacht verder omhoog en mik mijn pijlen op NGC6834. Ook hier is weer kunst afgeleverd, in het oculair prijkt een langwerpig asterisme, aan weerszijden geflankeerd door een pluis van sterren, als een Amerikaanse cheerleader die met haar plumeaux zwaait. Ook hier geniet ik weer met volle teugen.
Een best listige starhop brengt mij naar NGC6940, een flinke sterrenhoop die uit een langgerekte diagonale sliert lijkt te bestaan rondom vijf heldere sterren.

Inmiddels ben ik nu echt bij de Zwaan beland, en hier merk ik dat het makkelijker is om haarballen uit een vos zijn vacht te plukken dan dons uit de veren van een zwaan. Hoe hoger ik kom in de Melkweg, hoe meer moeite ik heb om open clusters te onderscheiden van hun sterrijke omgeving. Eigenlijk lijkt de Melkweg wel op één groot open cluster. Daarom ben ik wel even zoet met NGC6871, Biur 2 en NGC6883. NGC6871 lijkt rondom twee dubbels te liggen die met vier verder gelegen sterren een soort Orion-asterisme vormen. Biur 2 lijkt zich te centreren rond een enkele heldere ster links en een dubbel rechts, waarbij het geheel met enige fantasie voor een hond zou kunnen doorgaan. Nee, geen hond, die hebben we al genoeg aan de hemel. Jachthonden, Grote Hond en Kleine Hond. En dan hebben ze ook nog Puppis. Nee, ik maak er een springend hert van. Zo één als op zo’n waarschuwingsbord langs de weg in een bosrijk gebied. Biur en Bambi gaan op avontuur. Tenslotte NGC6883, een moeilijk herkenbaar en niet echt spannend object. Maar met twee dubbels en een driehoek lijkt het toch te kloppen.
Weer wat geleerd: in sterarme gebieden kom je goed weg met de PSA maar hier in de melkweg heb je echt een detailkaart nodig. Zelfs vanuit de stad…

Inmiddels loopt het tegen tweeën en begin ik me toch wel wat draaierig te voelen. Het einde van de sessie komt in zicht. Daarom zoek ik nog even een paar oude bekenden op. In NGC6910 herken ik nu heel duidelijk het hobbelpaard, en M29 is een koeltoren met schoorsteen. Beetje dubbelop zou je zeggen, maar het blijft een leuk cluster. Ook probeer ik nog even exoot Berk 86, maar daar kan ik geen chocola van maken, net zo min als van IC4996. Maar ik ben nu ook gewoon moe dus het is tijd om het einde te gaan vinden, hoe mooi deze sessie ook is.
Om een indruk te krijgen hoe de kwaliteit van de hemel nu is geweest deze avond inspecteer ik de Kleine Beer. Het is voor het eerst dat ik dit doe maar uit het feit dat ik alle sterren van het Poolsterpendulum kan zien behalve η, maak ik op dat de NELM tegen de 5 moet liggen. Niet slecht lijkt me, voor de stad.
Voldaan en best een tikkie eufoor zoek ik mijn bed op. Dit had ik echt even nodig, ik ben er weer. Jongste zoon Brendan, die op mama’s plek mag slapen, is in diepe rust verzonken. Nadat ik Krullebollinho even over zijn bol heb geaaid ben ik snel vertrokken.