Winterzoetheid
Als een beer eenmaal uit zijn winterslaap is ontwaakt, dan is de beer ook los.
Zo voel ik me tegen een uur of één wanneer ik mijn boel opruim, terwijl een zeker gevoel van euforie ruimschoots opweegt tegen de vermoeidheid.
Euforie? Wis en waarachtig. Over eindelijk weer eens een heldere avond. En vooral over de beste backyardsessie ever. Maar daarover later meer.
Het is vrijdagochtend, zes uur. Mijn betere helft staat op voor haar vroege dienst op de IC. Zelf draai ik me nog even om maar kan de slaap niet echt vatten. Twintig minuten later besluit ik alsnog om voortijdig op te staan, al werk ik die dag thuis. Nog tien minuten later zit ik op de vlonder, op jacht naar komeet Catalina. De avond van tevoren ging het Dijkgatsbos helaas niet door, maar ik heb nu geen tijd om de Dob uit de auto te laden. Gelukkig staat de kleine reisdob voor het grijpen en die voldoet uitstekend voor de komeet. Bij gebrek aan een uitgeprinte zoekkaart neem ik mijn toevlucht tot Stellarium mobiel om de staartster te vinden. Oh ja, starhoppen, hoe ging dat ook alweer? Na enig gehannes rondom Arcturus inclusief het door elkaar halen van Izar en Alphecca heb ik hem uiteindelijk dan toch te pakken. Check, check, double check, het klopt. En hij is niet mis te verstaan, dat ding is goed helder. Een soort luchtmobiele M13 eigenlijk, zo ziet hij er in deze kijker uit.
Enfin, mijn dag is in elk geval goed. Helaas gaat het Dijkgatsbos hem ook deze avond niet worden maar het blijft volgens de voorspellingen helder tot een uur of acht. Ik de boel dus weer uit de auto laden en om zeven uur aan de slag. Eerst eens terug naar NGC1245, een open cluster in Perseus dat de vorige keer niet uit de verf kwam door gebrek aan transparantie, in de hoop dat er deze keer meer te zien is. Helaas blijkt dat niet het geval, en hetzelfde geldt voor NGC1444. Toch leuk om ze nog eens te zien. Herkansing in het Dijkgatsbos.
Door naar NGC1647, een struise sterrenzwerm die zich heeft genesteld tussen de horens van de Stier. Tevens één van de objecten van de maand januari 2016. Een mooi groot cluster, dat makkelijk te vinden is vanuit Aldebaran. Veel sterren te zien van vrijwel gelijke helderheid. Omdat het een groot cluster is, maak ik gebruik van een lage vergroting van 52x.
Terug in Perseus zoek ik NGC1545 op, die in tegensteling tot wat mijn gegevens doen vermoeden, al heel goed te zien is bij lage vergroting. Hogere vergroting laat in het centrum een lange driehoek van heldere sterren zien.
In Auriga blijkt NGC1664 een interessant, fijn cluster met veel variëteit aan helderheid van sterren.
Dan het andere object van de maand, NGC2355 in Gemini. Leuk ding, maar een Jedi met zwaard kan ik er niet in ontwaren. Interessanter vind ik NGC2371/2, ook in Gemini. Interessant, omdat het eigenlijk een dubbele planetaire nevel is, in de vorm van een omgevallen 8, ofwel een ∞. De linker (westelijke) helft lijkt helderder dan de rechter, en beide helften hebben een heldere kern. Of zouden het twee centrale sterren zijn? Om een en ander wat beter te kunnen zien wil ik mijn UHC-filter in stelling brengen. Helaas ben ik soms een beetje onhandig en op de een of andere manier presteer ik het om het filter uit zijn doos te lanceren. Met een ferme tik landt hij ergens en is vervolgens niet te vinden. Aaaargh, dikke schrik, hij zal toch niet tussen de planken door in de modder zijn gevallen? Ik kijken met de zaklamp, op de vlonder, onder de vlonder. Blijkt hij uiteindelijk precies tussen de twee planken van mijn volgplatform te liggen. Als ik het had gewild was het me niet gelukt.
Inmiddels is al ruim na achten en het is nog steeds helder. Orion staat nu strak in het zuiden en ik kan het niet laten om mijn kijkpijp op de Orionnevel te mikken. En van de weeromstuit besluit ik om een schets te wagen. Of die schets recht doet aan de nevel is de vraag maar visueel is M42 echt heel mooi. Zo mooi heb ik hem vanuit Leiden nog niet gezien. Als experiment schroef ik mijn filters in het oculair: UHC, OIII en CLS. Maar eerlijk gezegd vind ik de nevel naturel het mooist en bovendien is alleen zonder filter het hele Trapezium te zien: zes stuks.
Ondertussen begint Sirius al vrij hoog boven de daken van de overburen te stijgen. Mooi, ik ga het proberen. Vier Messiers, waarvan ik er twee, M50 en M47, al eens een beetje heb gezien met de kleine Dob, na de maansverduistering. De andere twee, M46 en M93, zijn de laatste Messiers die ik nog niet één of meerdere keren in beeld heb gehad.
Aan de slag dus. M50, en M47 moeten wel lukken, die staan een hoger dan Sirius. M46 ook, al is die veel minder helder. Hopelijk biedt de grotere opening hier soelaas. Maar M93, vanuit de stad? Ik heb er een hard hoofd in.
Vanwege de lichte hemelachtergrond en psychedelische reflecties in de zoeker voer ik de starhops uit via het widefield-oculair, waarbij ik in alle gevallen Sirius als startpunt neem. Regelmatig moet ik de PSA of de gedetailleerdere Deep Sky Hunter Star Atlas raadplegen om te kijken waar ik nu weer helemaal zit. Gelukkig zijn de sterpatronen in het oculair altijd wel weer te vertalen naar een plek op de pagina dus M50 is vrij snel gevonden. De bijnaam van dit cluster is Heart Shaped Cluster maar eerlijk gezegd zie ik er eerder een eerlijke Vlaamse frietzak in.
Op dezelfde kruip door sluip door-manier geraak ik bij M47, die er met 10” toch een stuk beter uiziet dan vorige keer met de kleine 4.5”. Vandaar uit is de sprong naar M46 eenvoudig, en inderdaad, hier maakt de grotere opening toch het verschil tussen niet zien en zien. Een fijn cluster vult het beeldveld, onmiskenbaar. Check.
En dan het pièce de résistance voor vanavond. Of vannacht, inmiddels. Zakken met die hap, totdat ik al sluipdoorkruipdoorstarhoppend de buis in bijna horizontale positie breng. Een blik door mijn Telrad verraadt dat ik sta te mikken tussen knotwilg en schutting. Maar in het oculair blijven de veldsterren zichtbaar. En zo bereik ik na enig zoekwerk de plek waar M93 moet staan. En verhip, ik zie duidelijk een cluster. Check, check, double check, het moet hem zijn. Dwars door de stad heen. En het is nog een leuke sterrenhoop ook. Snel zet ik de schets op papier voor hij achter de schutting verdwijnt. En dat lukt. Mission complete.
Tijd om op te breken. Is het? Een heldere ster staat laag in het oosten. Jupiedepupie zwiep zwiep hoera, buis horizontaal naar de planeet. En die is ondanks de lage stand best goed te bekijken. Leuk weer, minstens vier banden, en zie ik daar nu een vage rodereuzenvlek? Dat was the icing on the cake van deze avond.
En zo komt na de winterblues het zoete. En daar zijn beren dol op. Deze is in elk geval weer uit zijn winterslaap ontwaakt.
Met de nodige euforie. Voor 2016 is de beer weer los.