Friends in high places
Spiraalarmen. Ik zie ze echt. Nou ja, niet echt, eigenlijk zie ik een grote ronde witte waas met een donkere S-vormige uitsparing. Meer is het niet. Zal ik ooit vrienden worden met sterrenstelsels? Nou ja, in elk geval zie ik voor het eerst echt een heel klein beetje detail in een galaxy. Toch niet stom. Misschien komt het nog eens goed tussen ons.
Echt gelukt is de schets niet helemaal maar het geeft een idee wat ik door het oculair zie.De stralen links- en rechtsonder vanuit M51 heeft de scanner erbij verzonnen, evenals de gloed onder NGC5195.
Wat M101 betreft ben ik al blij dat ik hem zie. Van enig detail is geen sprake.
Zo. Heb ik in elk geval mijn best gedaan. Koffie met koek, lekker, dank ArnoM!
Inmiddels heeft Esther haar eerste sfeerfoto’s gemaakt en is Jan ijverig aan het Messiermaaien. Arno is fotodata aan het schieten en ik kijk nog maar eens naar wat er over is van de waarneemlijst van afgelopen zaterdag. Drie lastige rakkers sieren het rommelige blocnotevel in de kaft van mijn PSA. Hoe zal de kennismaking verlopen? Nieuwe vrienden maken is spannend maar ook een beetje eng.
Een goede buur is beter dan een verre vriend, zegt het spreekwoord, en zeker wanneer het nog niet helemaal donker is toont Jupiter zich inderdaad van zijn beste kant. Geflankeerd door zijn vier trouwe paladijnen siert de bandenreus het oculair bij lang niet slechte seeing. Terwijl we wachten op de duisternis strijkt een milde oostenwind door onze haren en vult het rustige geluid van de branding van de Waddenzee de zilte lucht. Heel rustgevend, een beetje teveel misschien zo laat in de avond. Gelukkig doet de koffie zijn werk en wordt het tijd, het spreekwoord ten spijt, om het verder weg te zoeken.
Als eerste richt ik de Dob op M5, net als afgelopen zaterdag. Opnieuw geniet ik geruime tijd van het ragfijne maar majestueuze sterrenkunstwerk. Na de twee berengalaxies die al de revue zijn gepasseerd is het dan tijd voor wat nieuws.
De reis gaat naar Ophiuchus. Daar laat de PSA een rode vlek zien boven Yed&Yed. Met behulp van de gedetaiieerdere Deep Sky Hunter Atlas starhop ik vanaf de bovenste tante Yed richting het galaxy, waarvan ik de lokatie vrij snel in beeld heb. Het ding zelf laat zich moeilijker vangen, maar hier toont de 10 mm Ortho zijn waarde. Handig, zo’n ortho, om de laatste fotonen te vangen. Wie zei daar dat zo’n oculair goed is voor planeten? Je hebt gelijk, dat is ie zeker, maar niet alleen. Het is niet de eerste keer dat het bescheiden kijkglas bij deep sky het verschil maakt tussen wel en niet zien.
Aan de andere kant van des slangendragers onderbuik prijkt bolhoop NGC6366. Vorig jaar, toen ik Ophiuchus voor het eerst verkende en de Messierbolhopen opzocht, kwam ik deze tegen in de PSA. Helaas heb ik hem toen niet gezien. Nu dus wel, maar niet zonder slag of stoot. Mijn atlas is niet gedetailleerd genoeg om de lokatie echt goed weer te geven dus het wordt zoeken waar hij ongeveer moet staan. Lastig genoeg denk ik op verschillende plaatsen iets te zien. Om een lang verhaal kort te maken zie ik uiteindelijk een gloed in een boog van sterren, variërend van helder naar zwak. Pas bij terugkomst thuis kan ik bevestigen dat ik de bolhoop daadwerkelijk heb gezien, op basis van astrofoto’s op internet. Yes, ik heb er weer een vriend bij. Welcome to the club.
Onderweg naar de auto om mijn extra jas te halen laat Arno me zijn ruwe opname van Markarian’s Chain zien. Die ziet er alvast veelbelovend uit, dus dat gaat na bewerking ongetwijfeld een mooie plaat worden, Terug bij mijn telescoop blijkt Jan even M19 en M62 te grazen te hebben genomen. Daar heb ik vorig jaar wel langer mee zitten tobben. Knap gedaan, recht zo die gaat met die Messierlijst. Esther is ondertussen in gevecht met de schorpioen om NGC6144 te vinden. Omdat ik die afgelopen zaterdag heb gezien teken ik even de starhop uit, maar helaas blijken de omstandigheden laag aan de horizon deze keer net wat minder. UIteindelijk verdwijnt de omgeving van Antares in de sluierbewolking, maar de arrestatie van de bolhoop is slechts een kwestie van tijd.
In diezelfde buurt ga ik op zoek naar een bolhoop in Libra de weegschaal. Nu is dit sterrenbeeld niet rijk aan deep sky-objecten, dus dit is een collector’s item. Zonder veel oponthoud vind ik de ronde gloed, wel weer met behulp van de ortho voor de optimale lichtdoorlatendheid.
Op een gegeven moment merkt Esther op dat het alweer half drie is, en wat mij betreft is het wel weer mooi geweest met het heftige starhopwerk. Daarom besluit ik af te sluiten met het bekende Mascarastelsel M64. Nee maar, toch nog een stelsel met een detail. Waarom ik associaties krijg met Siouxsie and the banshees weet ik niet maar in elk geval vind ik galaxies alweer wat minder stom.
Mars en Saturnus wapperen dat het een lieve lust is, minder dan de vorige keer door de seeing maar meer door de toenemende wind. Op Mars zie ik dan ook een soort grijze band, zoals op Jupiter. Klopt vast niet, maar dat is wat ik zie. Saturnus is mooi, en laat heel af en toe heel even een hint van de Cassinischeiding. Maar het is tijd om op te breken.
Als toegift kan ik het niet laten om Ringnevel M57 en Halternevel M27 nog even in beeld te zetten, Te moe om er nog een UHC- of OIII-filter in te schroeven geniet ik van het naturelbeeld, en dat mag er wezen.
Eind goed al goed, word ik op de terugweg ter hoogte van Wieringerwerf opnieuw getrakteerd op een heldere meteoor, in Ophiuchus ten oosten van de Yeds. Om kwart voor zes stap ik moe en voldaan in bed.