Belaattafeld
Een culinair avontuur voor vier.
Als laatste arriveer ik bij Bistro Le Brézandique, want de auto’s van mijn gastronomische soulmates zie ik al staan op de parkeerplaats. Dit restaurant is geliefd in de regio Amsterdam, maar ook daarbuiten heeft het naam gemaakt, getuige de Oostenrijkse camper die even verderop geparkeerd staat. Binnen tref ik Janbstar, Oetie en Cloudbuster aan de bar, die al aan het genieten zijn van een apéritif in de vorm van een heldere blauwe hemel waarin geen wolk te bekennen is. Aan het raam is een mooie tafel voor vier gereserveerd. We kunnen volgens plan eten.
Naar goed Zuid-Europees gebruik gaan we pas laat aan tafel, waar ons alvast een smakelijke amuse wordt geserveerd in de vorm van een prachtige schijf authentieke nougat uit Montélimar, die een eind voorbij zijn oppositie des te beter op smaak is gekomen en ons niet alleen verrast met scherpe kleurschakeringen maar ook een scherpe ronde schaduw. “Nougat à l’ombre d’Europa”, weet de ober dan ook te vertellen. We bestellen er een glas Jupiler bij.
Nadat de sommelier ons een goede heldere witte wijn heeft geadviseerd, vooral niet mousserend met het oog op de komende gerechten, dient de ober het voorgerecht op. Voor ons staat een smakelijk bord Zuppa di pomodoro alla Toscana con crema di latte. Of even onder ons regio-Amsterdammers gezegd: tomaotesoep met flekkies. En het is wel duidelijk dat Le Brézandique kwaliteit serveert want waar ik eerder dampende, vormeloze borden soep heb gezien, is hier kunstig met de crème fraîche omgesprongen. Een artistiek verantwoord patroon van licht en donker zalmroze streelt niet alleen de tong maar ook het oog. Daarbij zijn we blij dat we het advies van de sommelier ter harte hebben genomen. Helder en duidelijk proeven we hier wat de kok in zijn mars heeft.
Onder het genot van enkele goede teugen Cuvée du Ciel Clair kijken we eens op de menukaart voor het hoofdgerecht. Het Menu van de Maand spreekt mij wel aan, de Tournedos à l’œil du chat Poivré. Terwijl onze tafeldame ditmaal kiest voor een lichtverteerbare salade kiezen de heren voor een weelderig zeebanket. Kort nadat de ober de bestelling heeft opgenomen verschijnt een vriendelijke serveerster met een sprankelende spoume. “Coupe Cassini”, legt ze uit. Een scherpe ring tekent zich af met een vlijmscherpe donkere rand in het midden, hoewel de ring best een beetje wappert. Ook zijn duidelijk vijf manen te zien. “Enceladus, Rhea, Titan, Tethys en Dione”, licht de serveerster toe, “en als je heel goed kijkt, Mimas”. Helaas heb ik niet goed gekeken maar vijf zie ik er in elk geval.
De sfeer zit er inmiddels goed in en de tijd vliegt voorbij. Weldra dient de ober het hoofdmenu op en staat er een smakelijke tournedos voor mijn neus. De chef heeft het maandmenu werkelijk heel creatief met peperkorrels versierd, want het lijkt net of er een patroon in zit.
En natuurlijk laat de tournedos zelf zich goed smaken. Keurig à point, met een ietwat grove structuur, is het malse vlees een streling voor de tong.
Over en weer laten we elkaar natuurlijk ook wat proeven van de verschillende gerechten. De Vijf Scampi’s van Cloudbuster zijn voortreffelijk, de vorige keer had ik die zelf besteld. De Appel met Pit van Jan is ook niet te versmaden maar naar die pit moet ik wel even zoeken. En Oetie’s lichtvoetige Salade aux Souliers Oubliés blijkt toch een substantiële bolhap te bevatten, zoals zij een boulette enigszins oneerbiedig noemt.
Aangezien ik niet van de grote porties ben maar meer een fijnproever, ben ik blij dat het hoofdgerecht niet al te copieus is. Daarmee is er nog voldoende ruimte voor een uitgebreid dessert. Thuis had ik al besloten om vanavond voor de boulettes te kiezen. Niet van die grote zoals in Oetie’s salade maar wat fijne kleine exemplaren. De cuvée vloeit overvloedig maar ondanks, of liever dankzij dit edel vocht voelen we ons uiterst helder, en de tijd vliegt bij deze gezelligheid. Het moet al ver na middernacht zijn wanneer het nagerecht wordt opgediend. Een mooie schaal met zes boulettes van verschillende grootte wordt opgediend en voorzichtig begin ik met de eerste. Met een pittige kern is de bolhap, pardon, boulette, rijk van smaak.
De volgende twee zijn iets subtieler, echt wat voor de fijnproever.
Op een andere wijze subtiel is dit exemplaar, zonder veel pit maar met een fijne twinkeling.
En tenslotte zijn de laatste twee echt een uitdaging voor de connoisseur.
Gezelligheid kent geen tijd, maar drie uur ‘s nachts is best laat om nog te tafelen dus langzaamaan wordt het toch tijd om op te breken. Wat mij betreft kan Le Brézandique rekenen op een positieve recensie. Het restaurant heeft zijn reputatie weer eer aangedaan.