Against all odds
Vandaag, de eerste avond van een korte vakantie in eigen land. Tijd voor ontspanning, en voor reflectie en bezinning. Tijd om eens stil te staan bij existentiële levensvragen waar elk mens wel eens mee worstelt, maar die we vaak wegdrukken in de hectiek van het dagelijks leven. Zoals bijvoorbeeld: waarom levert Ikea nog steeds een inbussleutel mee bij elk meubel, terwijl er in elk huishouden gemiddeld reeds vijfentwintig van die dingen aanwezig zijn? Of: zit er een diepere betekenis achter als je een willekeurig asterisme aanziet voor Collinder 469? Hmmm, nee, ik ga toch maar niet teveel piekeren over zulke dingen, want dan word ik weer veel te zwaar op de hand. En tenslotte is het vakantie. Dus besluit ik me toch maar met lichtvoetiger zaken bezig te houden. Zoals het schrijven van een waarneemverslag.
Dus begin ik te typen: “Vandaag, de eerste avond van een korte vakantie in…” Wacht even, dat had ik al. Had ik ook al geschreven dat het bij vertrek en onderweg zwaar bewolkt was en bij aankomst mooi weer werd? Dat was een déjà-vu-ervaring want dat had ik dit weekend al eens eerder meegemaakt.
Vrijdagavond, het werk zit erop, het is vakantie. En ik ben er wel aan toe ook want de accu begint leeg te raken. De avond daarvoor bij het klimmen is het al wat later geworden dus nu maar eens een rustige vrijdagavond en op tijd naar bed. Nog even Astroforum checken.
Enfin, bij het inpakken regent het. Schuilend onder de open achterklep van de auto laad ik de rockerbox en andere spullen in.
Bij Amsterdam is het nog steeds zwaarbewolkt.
Purmerend: hé, een barst in het wolkendek.
Hoorn: nee maar, nog meer barsten…
Breezanddijk: het wordt steeds mooier vanuit het noordwesten.
En zo vind ik mijzelf onder een steeds helder wordende hemel. Het enthousiasme van Janbstar, de initiatiefnemer, en dat van Oetie, heeft mijn eigen gekte ook weer getriggerd ondanks de vermoeidheid. En daar heb ik geen spijt van. Ook cloudbuster is gearriveerd en Oetie is gekomen in het gezelschap van Youri. Dus nog een goede opkomst ook vanavond.
Mars kan nog net, boven de basaltberg. De rode planeet is duidelijk al even over zijn oppositie heen want hij is inmiddels eivormig geworden. Wapperen kan hij nog steeds uitstekend maar dat neemt niet weg dat hij toch enig detail toont in de vorm van een soort Noord-en-Zuid-Amerika-vormige band, diagonaal over de planeetschijf.
Maar de zomer is bolhopentijd dus richt ik de kijker al snel op Saturnus. Potjandozie, wat een hoop manen, het lijkt M13 wel. Maar het zijn ongetwijfeld ook een hoop veldsterren want achteraf kan ik mijn schets niet helemaal matchen met Stellarium op dat tijdstip. Titan, Rhea, Tethys en misschien Enceladus? Maar voor de rest klopt er geen hout van. Geeft niks, de planeet was zelf prachtig, met opnieuw een mooie band om de planeetbol en een duidelijke Casanovascheiding.
Ondertussen hoor ik om me heen al wat echte bolhopen genoemd worden; het is eindelijk donker genoeg voor deep sky. Zelf ga ik eerst eens wat showpieces bekijken die ik al lang niet meer heb gezien. Zowat recht omhoog gaat de buis, naar Lyra, waar de Ringnevel al in de zoeker te zien is. Maar op hogere vergroting is hij iets indrukwekkender:
In werkelijheid zijn er veel meer sterren zichtbaar, inclusief het achtergrond-“gruis” van de de massa’s melkwegsterren. Maar die probeer ik maar niet te schetsen…
De andere grote zomernevel sla ik natuurlijk niet over. Op dezelfde vergroting van 281x die ik bij M57 gebruikte, vult halternevel M27 een half beeldveld, maar cloudbuster merkt terecht op dat hij bij iets lagere vergroting beter uitkomt.
Even ten zuiden van het fitnessrequisiet, in Sagitta, staat M71. Het is een bolhoop, maar wel een die tegen de wind in lijkt te vliegen. Een soort pijlvorm, met zeker aan de zuidoostkant een lange uithaal.
Precies hetzelfde, maar dan precies andersom, zou je kunnen zeggen van Wild Duck-cluster M11. Dit open cluster vind ik nog steeds lijken op een verwaaide bolhoop. Net als bij M71 geeft de schets van M11 niet de opgeloste sterren weer, die wel degelijk in groten getale zichtbaar zijn, maar meer de vorm van het cluster. Daarbij vallen me deze keer de groepen op, alsof het cluster bestaat uit verschillende eilanden, zoals Zeeland voor de Deltawerken.
Zo. Dat doet een mens goed, na weken grijze herfstlucht weer eens een bak ongegeneerde eye candy. Langzaam maar zeker begint het waarneembloed weer door mijn aderen te bulderen. Ik ben er weer.
Het is zomer, de tijd dat de Zwaan de vleugels weer volop uitslaat en al haar juwelen tentoonspreidt. Maar tussen al het moois in dat sterrenbeeld, en in Sagittarius, Vulpecula en Scutum zou je in de zomer die andere grote vogel vergeten. Toch zijn ook onder de vleugels van de arend Aquila wat subtiele deepskyjuwelen te vinden, al zijn ze minder dik gezaaid dan in de voorgenoemde hemelsegmenten. Eén daarvan staat vlakbij M11. The Glowing Eye nebula NGC6751 is niet moeilijk te vinden en toont zich in het oculair als een romige ster, zoals cloudbuster zo treffend omschreef.
Inmiddels ben ik alweer volledig in autism mode; alles om me heen vervaagt en ik ben me niet meer bewust van de wereld en de mensen om me heen. Alle aandacht concentreert zich op het moois in het oculair. Maar als Oetie op een gegeven moment de Sluiernevel in beeld heeft, trekt de nevel om me heen toch even op om die van haar te gaan bekijken. In het oculair van de Lightbridge straalt een blauwgroene 52 Cygni me tegemoet, maareh, ben ik nou gek? Ik zie helemaal niks. Maar dat geef ik natuurlijk niet toe, stel je voor zeg. In plaats daarvan blijf ik stug in het oculair kijken, en nadat de bewolking voorbij is getrokken, staat NGC6960 prachtig in beeld. Vooral het “kromzwaard” ten noorden van ster 52 tekent zich scherp af, maar ook de andere kant laat zich goed zien. Phew 😉
De sluierbewolking bedekt inmiddels ook andere stukken van de hemel, maar mijn volgende object blijft mooi buiten schot. M24, de Sagittarius Star Cloud. Om dat ding nou Object van de Maand te maken vind ik dan weer minder, wie doet dat nou? Maar ja, een gegeven paard moet je niet in de bek zien, hoewel dat nu weer precies is wat ik wel ga doen met dit venster in het galaxystof. M24 zelf is snel gevonden, en vult meerdere beeldvelden. Bij de “boeg” van heldere sterren valt me meteen een heldere vlek op. Meteen raak: open sterrenhoop NGC6603 laat zich duidelijk zien als een ronde vlek, met diagonaal daardoorheen een verheldering als een lichte streep. Als een ouderwetse draaiknop, of de Noorse of Deense letter ∅. Een echte øpen stjærrehøp.
Een heerlijk object om uit te pluizen, die M24. Aan de andere kant staat nog een leuke planetary. Maar nu zie ik in mijn atlas dat er nog een ander open cluster staat, Collinder 469. Zo goed en zo kwaad als het gaat in de best-gedetailleerde-maar-te-weinig-voor-binnenin-M24-atlas probeer ik de sterrenhoop te lokaliseren. En kijk, daar zie ik iets wat hem wel eens zou kunnen zijn. Een mooi sterpatroon in de vorm van een kindertekening-koppootfiguur zwaait naar me voor aandacht. En die krijgt hij van me, bij een flinke vergroting van 281x met de 10 mm Ortho, versterkt met 2.25 Barlow.
En wat blijkt achteraf, na checken in DeepskyLog? Het is hem niet. En wat realiseer ik me achteraf? Dat mijn atlas ook een detailkaart heeft van het gebied met M24. Tsja, achteraf kijk je de koe in de kont.
Ziehier mijn dwaling.
En toch vind ik het een leuk asterisme, dus heb ik hem lekker toch geschetst.
Dan, om de eer te redden door naar de finish: planetary NGC6567. Hij is subtiel, heeel subtiel. Toch denk ik hem in mijn Maxvision bij 52x al te spotten, minder romig dan zijn collega in Aquila maar dan toch wel roomboter light. Na enig gehannes met oculairwissels en verkijken op groottes van beeldvelden heb ik mijn omliggend asterisme dan toch in beeld: een soort omgekeerde A met daar direct naast, mijn planetary.
De anderen zijn inmiddels aan het opruimen en het begint al licht te worden in het noordoosten. In die richting lijken zich hints van Noctilucent Clouds te ontwikkelen, en Oetie en Youri besluiten nog even na te blijven om deze vast te leggen. En met succes, zoals later blijkt, die moeite was niet voor niets.
Voor mij zit het erop; ik kan terugkijken op een geslaagde missie.
En dan nu vakantie, en eens een aantal nachten goed slapen. Tot de volgende keer, einde van de maand, met een paar uur Echt Donker 🙂