Uncategorized

De spiegel van Galadriel

Lekker zo’n dag dat je ‘s avonds niets moet en rustig na de koffie lekker op tijd kan vertrekken naar het Dijkgatsbos. Donker is het daar nog lang niet; bij aankomst is de zon net achter de boomtoppen gezakt. Een uitstekende gelegenheid om onze waarneemlocatie eens bij daglicht te zien en wat sfeerfoto’s te maken.

Tegen negen uur rij ik het parkeerterrein op, waar ook Jan al is gearriveerd met zijn nieuwe aanwinst, de C11. Een klein uur later is het waarneemterrein niet meer alleen gevuld met geurige paardenvijgen maar ook met tien man waarneemtijgers. Een gezellige boel. Mijn Dob staat al snel en het wachten is op de duisternis. Daarbij vermaak ik me onder het genot van een bak koffie uitstekend met het toekijken hoe de collimatie van Esther’s nagelnieuwe 40 cm Canopus heerlijk de mist in gaat, wat gelukkig alweer snel wordt opgelost door een ervaren trussdobbist.

Eens de duisternis is gevallen waag ik me aan een showpiece, the Needle Galaxy in Coma Berenices. Een prachtig vlijmscherp, langgerekt object is deze NGC4565, met een heldere veldster vlak naast het stelsel precies ter hoogte van de kern. Wat een leuk ding, ik neem even rustig de tijd om het object met perifeer kijken in me op te nemen bij een vergroting van 156x. Op een gegeven moment heb ik de indruk dat het stelsel uit twee delen bestaat, met een smalle tussenruimte die de kern in twee helften scheidt. Het zal verbeelding zijn maar voor de zekerheid raadpleeg ik Esther en Skysafari; tot mijn verbazing bevestigen beiden dat het stelsel een stofband bevat. De afbeelding in Skysafari komt overeen met wat ik denk te zien. In Grandpré heb ik ondervonden dat ik geen detail zie maar bij dit object lijkt  daarop een uitzondering. Quite interesting.

Naast mij begint het enthousiasme rondom Esther’s nieuwe 40 cm Kanonpus op stoom te komen, niet in de laatste plaats van de kant van Esther zelf. Ik sluit aan in de rij enthousiastelingen die graag een blik werpen door haar kijker en dat blijkt de moeite meer dan waard: de bolhoop is tot de kern opgelost in ragfijne sterpunten. Awesome. Even later is ook M13 in beeld en die maakt zo mogelijk nog meer indruk, met een joekel van een propellor. Ook bij Jan in de C11 staat M13 prachtig in beeld en ook hier is de gekantelde  Y-vorm van de dark lanes goed te zien.
Ondertussen is de zoeker van Esther’s scorpioscoop gericht op M51. Omdat ik in Grandpré had geconstateerd dat ik lijd aan een acute vorm van detailblindheid die zich uit in symptomen als spiraalarmoede en stofbandeloosheid, had ik mij stellig voorgenomen haar oculair bij een dergelijke objectkeuze te vermijden. Maar vermits dat laatste symptoom bij NGC4565 aan mijn eigen oculair plotseling afwezig leek, wint de nieuwsgierigheid het van de koppigheid en even later sta ik oog in oog met een stel spiraalarmen. En wat ik denk te zien blijkt nog te kloppen ook. Ik onderdruk de neiging om ter plekke een gat in de ozonlaag te springen om te voorkomen dat ik daarbij de vangspiegelkooi van de Canopus meeneem en mompel geloof ik iets over toverkunst. Maar deze spiegel ontleent zijn kracht duidelijk niet aan magie maar gewoon aan zijn diameter. Dag detailblindheid. Hallo aperture fever.

Terug bij mijn eigen kijker zet ik het ding uit pure balorigheid zelf in beeld. Al zou ik zo detailblind zijn als een naakte molrat, dan nog is deze hobby de moeite waard; ik zou pas wanhopen als ik heel M51 niet zou zien. In werkelijkheid zie ik het ding al in de zoeker en kan ik de oculairstarhop gevoeglijk overslaan. Op 156x vergroting zie ik de bekende concentrische ringen maar nu ik het wasmachinestelsel in de 40 cm heb gezien slaag ik erin heeel vaag de spiraalstructuur te ontwaren, vooral door de donkere plekken waar geen spiraal is. Op advies van Alexis gooi ik er nog wat extra vergroting tegenaan; gezien mijn beperkte glasbestand kom ik dan met de 10 mm Ortho plus Barlow meteen op 280x; de lens van de Barlow (1.3x) past helaas niet in de 8 mm Planetary die dan een vergroting zou leveren van 203x. Deze 280x blijkt echt teveel van het goede, ik zie bijna helemaal niets meer. Later toch eens proberen of ik een vergroting van 200-250x voor elkaar kan krijgen met de 20 mm Plössl met verlengde Barlow of iets dergelijks.

Volgens plan ga ik eens een sappige galaxygroep uitpluizen. De keuze valt op Abell 1367 boven de derrière van de Leeuw, niet ver van Copeland’s Septet. De pluis NGC3842 springt direct in het oog en dit stelsel gebruik ik dan ook als uitgangspunt voor de verdere jacht. Vrij snel valt mij oog op de iets zwakkere NGC3837 daarboven. Intensief perifeer turen doet vervolgens in een boog, NGC3845, NGC3844 en NGC3840 oplichten, links onder het hoofdstelsel. Eveneens onderin, maar aan de rechterkant valt NGC3851 door de mand. Links van NGC3842 loopt vervolgens de langwerpige UGC6697 tegen de lamp.
Een stuk verder naar rechts vind ik ook nog een helder stelsel maar ik weet niet meer zeker of dit nu NGC3860A was of NGC3861A, vergeten op te schrijven. Als ik hier langer tijd aan had besteed had ik ongetwijfeld nog meer galaxies gevonden in dit cluster, maar ik wil verder. In elk geval is Abell 1367 zeker een object om nog eens naar terug te keren, de moeite waard.

Van geheel ander pluimage is een object uit Fred’s 200 Planetaries: Jones-Emberson 1. In de verslagen van Grandpré las ik over dit object; nu neem ik hem op de korrel. En drommels, dat is nog geen kattenpies. Op 156x met de 8 mm zie ik een hele vage verheldering. Maar misschien is dat teveel vergroting en kijk ik er goeddeels doorheen? Dan met de 24 mm Maxvision op 52x, waaronder met OIII. Ook hier zie ik een vage verheldering. Toch maar weer iets meer vergroten, 125x doorheen de 10 mm Ortho. In combinatie met UHC-filter levert dit het beste resultaat op; aan weerszijden van twee zwakke veldsterren meen ik twee vage verhelderingen te zien: de uiteinden van de headphone, waarnaar het object is bijgenaamd. Overtuigend vind ik het echter niet; deze waarneming gaat de annalen in als slechts een zeer zwakke gloed.

Dan komt Roeland naar me toe en biedt me een blik aan op M51 doorheen zijn 17.5 inch Dob. Daar zeg ik geen nee tegen en ook hier laat de spiraalstructuur van de Whirlpool zich van zijn beste kant zien. Daarmee luidt de diagnose ook bij een second opinion: geen detailblindheid maar aperture fever. Nou ja, daar kun je honderd mee worden.
Bij Esther staat M101 in beeld, en ook deze toont zijn armen, maar lo and behold, ook diverse vlokken in de vorm van heldere nevels en kleine stelsels. Later zet onze canonnière ook M82 in beeld. Het langwerpige stelsel laat een hele reeks happen en donkere strepen zien, wat eveneens enigszins in tegenspraak lijkt met het niet zien van detail.

Als spin-off daarvan heeft mijn kersverse liefhebberij van het uitpluizen van galaxygroepen een extra impuls gekregen die ik botvier op Hickson 61, bijgenaamd de Box Galaxies. Deze groep van vier stelsels staat in Coma Bernices, naast Melotte 111 aan de andere kant als het Needle Galaxy. De groep doet zijn naam eer aan want de vier stelsels vormen samen een rechthoek. Na en tijd uitvoerig pluizen zie ik drie van de vier stelsels. Het helderste galaxy NGC4169 springt direct in het oog. Rechts daarvan weten ook NGC4174 en NGC4175 zich niet lang te verbergen, maar pas op: eveneens rechts van NGC4169, recht boven de andere twee stelsels, staat een veldster. Het is makkelijk om deze aan te zien voor een van de stelsels. Het vierde galaxy, NGC4173, is langwerpig en smeert zijn magnitude van 13.6 waarschijnlijk uit over teveel oppervlak want ik zie hem niet.

Als laatste pak ik nog een edge-on-stelsel mee uit de EVAC Bright Edge-on-lijst: NGC2654 in de snuit van de Grote Beer. Een mooie lange naald verschijnt in beeld: een kleine versie van de Naaldnevel in Coma Berenices, in de Bereneus.

Inmiddels is het half vier en de hemel lijkt wat minder te zijn geworden door binnentrekkende sluierbewolking. Deze avond is de kroon geweest op het waarneemweekend in Grandpré. Met de hulp van het forum en mijn trouwe waarneemvrienden is het mogelijk gebleken een geval van acute detailblindheid om te zetten in chronische aperture fever. Mission complete 😉

 

 


Esther wacht geduldig tot haar spiegel is afgekoeld. Dat duurt wel even met zo’n 40 cm. Gelukkig kun je ondertussen mooi collimeren.

 


Ook Roeland had deel in mijn genezing van detailblindheid met een blik door zijn 17.5″ spiegel. Waarvoor dank!

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *