Astronomie,  Waarneemverslagen

Deep Darkness reveals Faint Light

Dijkgatsbos, dinsdag 26 april 2020

April is een goede maand geweest voor ons amateurastronomen. Na de avond van dinsdag 21 april ben ik ook zondag de 26e in de gelegenheid om in het Dijkgatsbos te gaan waarnemen. Het is nog volop galaxytijd dus de nadruk ligt vanavond op het gebied Leo – Coma Berenices – Canes Venatici – Ursa Major.

Van deze waarneemavond heb ik ook een kort videoverslag gemaakt, dat een indruk geeft van zo’n avond voor degenen die er minder bekend mee zijn. Het belicht vier van de waargenomen objecten met wat korte uitleg.

Maar dat vervangt natuurlijk geen good old geschreven verslag, dat alle tien de objecten belicht.

1) Tegen half elf ben ik klaar om te gaan waarnemen. Het is nog niet helemaal donker, dus vind ik dit een goede gelegenheid om een bijzonder object op te zoeken dat al langer op mijn todo-list staat maar dat ik helemaal ben vergeten. Dank zij een reactie van @Jef De Wit op een topic van me van begin 2019 werd ik er weer aan herinnerd. Dat ging over onder andere over de rode dwerg Lalande 21185. Toen ik mijn zoon vertelde dat ik een rode dwerg had gezien, vroeg hij of ik ook Wolf 359 zou kunnen zien. Die ster kent hij van Star Trek maar ik had er nog nooit van gehoord. Vanavond ga ik dus kijken of ik hem kan zien. En dat lukt netaan. Als ik de omliggende veldsterren zie (zie de versie met annotatie) dan lijkt mij dat het raak is.

Spectaculair om te zien is de rode dwerg in Leo natuurlijk niet, hij is zelfs veel te zwak om de rode kleur te kunnen onderscheiden. Het blijft bij een hele zwakke grijze stip. Maar nu heb ik tenminste tegen mijn zoon kunnen zeggen dat ik Wolf 359 heb gezien.

2) Een stuk aantrekkelijker is het galaxycluster Hickson 44, ook in de Leeuw. Zeker nu het inmiddels goed donker is. Drie van de vier stelsels, NGC3193, NGC3190 en NGC3185, zijn meteen duidelijk te zien. Nummer vier is een stuk lastiger; daarvoor is aandachtig perifeer kijken en bewegen van de telescoop nodig, zoals ik ook in de video heb proberen uit te leggen. Maar ik durf te spreken van een waarneming als het object duidelijk meebeweegt met het beeldveld. En dat is hier het geval, dus ja, ook NGC3187 is de Sjaak.
De stelsels zijn detailloos en ook de oriëntaie heb ik in deze en andere schetsen waarschijnlijk niet helemaal of helemaal niet goed. Maar ik zie dit soort clusters als één object, en de afzondelijke galaxies als details. Daarom horen galaxyclusters tot mijn favorite objecten. Ook omdat het spel van het vinden van hele zwakke stelsel bij mij ongeveer een vergelijkbare opwinding oproept als het zoeken van paaseieren in mijn kindertijd.

3) Een stuk naar het noorden, net in Ursa Major, ga ik op zoek naar Abell 1367, ook een galaxycluster. Hier zie ik drie stelsels: NGC3550, NGC3552 en NGC3561, ook bekend als Ambartsunian’s Knot. Dit zijn eigenlijk twee stelsels die elkaar gravitationeel flink in de haren zitten, en niet verbazingwekkend, ook een Arp zijn: Arp 105.
Later zal ik nog eens terugkeren naar dit stelsel om te zien of ik het Arp-kenmerk kan ontwaren.

4) De vorige keer heb ik het Coma Cluster opgezocht (Abell 1656). Dat is een rijk cluster met heel veel galaxies, maar die zijn lastig vinden. Dinsdag heb ik er een heel aantal weten te spotten (yes, paaseiereneuforie) maar ook een heleboel laten liggen. Dat is een beetje slordig natuurlijk, dus vandaag keer ik terug om ook de rest netjes op te ruimen. De afgelopen keer heb ik vooral stelsels in en nabij het centrum van het cluster gevonden. Die heb ik in de kaart hieronder weergegeven in blauw. Verder buiten het centrum heb ik er vanavond nog zestien gevonden, waaronder zelfs een undercover NGC verkleed als PGC. De vangst van vanavond heb ik rood gemarkeerd.

5) En als ik zeg dat ik galaxyclusters cool vind, dan meen ik het. Dus ik zoek er gewoon nog een op, deze keer Hickson 68 in Canes Venatici. Dit exemplaar is echt leuk, zelfs op lage vergroting staat het vijftal al te stralen tussen zijn veldsterren. Doorvergroten naar 300x levert en bijzonder fraai schouwspel op, waarbij alle vijf de stelsels duidelijk te zien zijn. De forse NGC5350 moet ovaal zijn maar ik kan zijn oriëntatie maar niet vastleggen. Dit is weer zo’n stinkerd die om z’n as gaat draaien als ik naar hem kijk. Voor straf teken ik hem rond op. Het tweetal NGC5353 en NGC5354 lijkt het helderste van de vijf en vorm een mooi stel ogen. Iets oostelijker tref ik nog NGC5355 en de zwakste, NGC5358 aan.

Als bonus staat er zo’n twee beeldvelden naar het noordoosten nog een mooie kanjer van een galaxy, die dan wel niet bij Hickson 68 hoort maar wel bij de overkoepelende Big Lick Galaxy Group.

Het is al tegen twee uur maar mede door de meegenomen banaan kan ik nog wel even. Tijd voor showpieces, en daarvan staan er inmiddels genoeg op een mooie plek aan de hemel. We gaan richting de zomer.

 

6) Het late voorjaar, en nu later in de nacht, is bolhopentijd bij uitstek. Vorige keer heb ik M13 weer bezocht. Nu is de beurt aan zijn kleine maar niet minder charmante broer M92, net als M13 in Hercules. De seeing is vanavond lang niet verkeerd dus de 6 mm Radian levert bij 300x vergroting een superfijn, fraai beeld op. Fijne sterslierten slingeren vanuit de mooi opgeloste kern.

7) We blijven nog even in Hercules, iets terug naar het oosten. Eenstuk kleiner en minder goed oplosbaar is de veel kleinere NGC6229. Toch vind ik deze bolhoop zeker de moeite waard. Het beeld bij 300x levert een fijne bolhoop op, waarbij ik er niet helemaal uit ben of hij nu wel of niet is opgelost. Soms lijk ik sterpuntjes te zien, dan weer een grillige vlek. En dat vind ik eigenlijk een heel leuk gezicht.

8) Verder naar het westen, de zomerhemel in, geraak ik bij bolhoop M56 in Lyra. Het beeld doet me heel erg denken aan wat ik net bij NGC6229 heb gezien, ook weer zo’n geheimzinnige net wel, net niet opgeloste grillige vlek.

9) Wie Lyra, zegt, zegt natuurlijk Ringnevel M57. Tenminste, dat heb ik in de vorige zin in elk geval gedaan. En dat ding blijft intrigeren: een lichtelijk afgeplatte donut waarvan het gat wat lichter is dan de omgeving buiten de ring. De centrale ster kan ik wederom niet zien, ook niet als ik het beeld barlowblaas naar 600x. Wat ik wel zie, en dat vind ik erg leuk, is het zwakke stelsel IC1296. Het is wel netaan, en het stelsel is bijna stellair, maar hebben zal ik hem.

10) Het leuke van showpiecetijd is dat zwakke objecten dan achterover gaan zitten en niet meer opletten. Dat is IC1296 inmiddels noodlottig geworden en ook NGC6703, eveneens in Lyra, moet eraan geloven. Al is dit stelsel eigenlijk heel duidelijk en een stuk helderder dan de elusieve IC.

En dan is het zomaar 02:54 uur en besluit ik dat het mooi is geweest. En dat bedoel ik letterlijk. Wat een avond, en wat heb ik een hoop moois kunnen zien vanavond. Gelukkig is het Koningsdag en kan ik uitslapen. En dan brak nagenieten van een tweede avond binnen een week die me nog jaren zal bijblijven.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *